Begin 1900 verhuurden veel boerenarbeiders zich elders als seizoenarbeider om hun

gezin fincieel staande te houden. Sommige gingen turf graven, of gingen aan de slag

 in een steenfabriek. Weer anderen gingen naar Friesland om daar te helpen met hooien

of gras te maaien. Zo ook Harm Hoarman, hij gaat drie weken naar Makkum. Als hij van

huis weg is is, is thuis het hek van de dam. Als hij weer terug is bezorgt zijn jongste

dochter hem veel zorgen. In haar storm- en- drang leeftijd vindt zij alleen begrip bij de

jonge onderwijzer. Deze houding wordt door de dorpsbewoners in een verkeerd daglicht

gesteld.